Op bezoek bij honderdjarige mevrouw Platjes

Slingers met daarop het getal 100 hangen feestelijk in de boog voor haar kamer in ’t Haarhuus. Binnen maakt Mina Platjes-Nijeboer zich op voor het bezoek van burgemeester Hans Broekhuizen. Het is donderdag 29 september en vandaag viert de geboren Sibculose haar eeuwfeest. De burgemeester komt uiteraard graag langs om de honderdjarige van harte te feliciteren.

Mevrouw Platjes werd geboren als Mina Nijeboer in Sibculo en ze groeide op in het naburige Kloosterhaar. De streek werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen. “In de oorlogsjaren heb ik heel wat narigheid beleefd”, herinnert mevrouw Platjes zich nog goed. “Dingen die de mensen van nu zich nauwelijks kunnen voorstellen. Er werd bij ons in de buurt verschrikkelijk gevochten. Dit heeft op mij diepe indruk gemaakt.”

Mooie jaren

Na de lagere school in Kloosterhaar ging de jonge Mina als naaister werken in Almelo, bij textielbedrijf Bendien. “Elke dag op de fiets”, vertelt de eeuweling. “Dat was toen een hele onderneming, met die strenge winters. Later werkte ik na de oorlog onder meer bij de familie Reijers uit Den Haag, die in de zomermaanden in villa De Oldhorst verbleven. Dat waren mooie jaren.”

Lezen

In 1951 trouwde mevrouw Platjes met haar Roelof, die werkte bij zijn vader in de brandstoffenhandel in Sibculo. Samen kregen ze vier kinderen en twee kleinkinderen. Meneer Platjes overleed in 2007. Mevrouw redt zichzelf nog prima en haar geheugen is goed. “Tien jaar geleden raakte ik bijna blind door een oogziekte. Gelukkig heb ik nu een apparaat dat mij boeken voorleest. Zo heb ik de laatste jaren meer dan 2000 boeken gelezen!”, lacht ze.

Verhuizing

Vorig jaar oktober ging de gezondheid van mevrouw Platjes wat achteruit. “Lopen werd moeilijk en ik werd afhankelijk van de thuiszorg. Ik moet alles op gevoel doen en dat maakt het leven wel lastig. Daarom woon ik sinds februari in ’t Haarhuus. Natuurlijk is het thuis altijd mooier, maar hier word ik ook goed en liefdevol verzorgd. Ik geniet nog van elke dag. Het leven kan morgen stoppen, dat weet niemand”, besluit de honderdjarige.