Helmkruidvlinder: van felgele beauty naar grauwe verschijning
Mooi in de luier, lelijk in de sluier. Die uitdrukking gaat voor veel nachtvlinders op. De helmkruidvlinder is er zo één. Prachtig zijn de rupsen, met hun felgele bandjes met zwarte stippen. Maar als de rups als pop in een stevige cocon in de grond heeft overwinterd, komt er een tamelijk grauwe vlinder tevoorschijn. Zijn oude naam is helmkruidmonnik, en door de behaarde hals lijkt het inderdaad wel een beetje alsof hij een monnikskap opheeft.
Alle vlinders hebben waardplanten nodig, planten waarmee de rupsen zich kunnen voeden. Veel vlinders (maar ook andere insecten) zijn gespecialiseerd op
één of slechts enkele soorten. Ze zijn dus helemaal afhankelijk van de aanwezigheid van die speciale planten. Voor de helmkruidvlinder is dat, de naam zegt het al, helmkruid. De fraaie rupsen lusten ook toorts. Maar beide planten zijn niet echt dik gezaaid, en de helmkruidvlinder staat inmiddels op de rode lijst als bedreigd. In Overijssel zijn de rupsen deze maand wel waargenomen, maar zo’n waarneming is zeldzaam.
Als je zelf meer vlinders in je tuin wilt hebben, moet je naast een vlinderstruik, hemelsleutel of andere planten waar de vlinder voedsel kan halen ook eens denken aan voedsel voor de rupsen. Niet alle rupsen zijn zulke kieskauwers als de helmkruidvlinder: de rupsen van veel algemene tuinvlinders doen het prima op doodgewone brandnetels. Da’s dan ineens geen onkruid meer, maar een rupsenrestaurant. Weer een goed excuus om niet zo fanatiek te wieden!
Meer lezen over vlinders? Kijk op www.vlinderstichting.nl